Hoofdstuk 8


Solo voor Slagwerk






Na de aanhouding van Barbara had commissaris Talboom haar naar een kamer naast de danszaal laten brengen. Nu wachtte hij met ongeduld op Axel Nort. Het duurde even omdat Nort succes had met zijn optreden.
Het was natuurlijk is de eerste plaats zijn bedoeling geweest de aandacht van het jonge publiek af te leiden. Maar toen hij bij de muzikanten op het podium stond, had hij de verleiding niet kunnen weerstaan voor de vuist weg een liedje te zingen. Het leek verdacht veel op een slippertje dat hij zichzelf veroorloofde op een kritiek en spannend moment.
Nort kon wel gekheid maken en beweren dat hij verslaafd was aan muziek en muziekinstrumenten. Maar het ging commissaris Talboom wel wat te ver dat hij juist dit ogenblik had uitgekozen om zich te bezondigen aan wat hij spottend zijn 'grote ondeugd' noemde.
Nort deed trouwens geen moeite daar enige verklaring voor te geven. Hij vond het vanzelfsprekend dat je af en toe iets moet doen alleen omdat je er plezier in hebt, ongeacht de omstandigheden. Want je kon het hem aanzien dat hij verdraaid veel genoegen had geschept in het nummertje dat hij had weggegeven. Hij was tenminste zo trots op de ovatie van zijn toevallig publiek als op zijn prestaties als detective.
Toen hij eindelijk bij de anderen in de kamer kwam zei hij:
'Het is vaker gebeurd dat ik op een idee kwam bij het bespelen van een instrument. Maar nu is me dat voor de eerste keer overkomen terwijl ik meedeed in een beat-groep...' Nort glimlachte, '...en nog wel op het ogenblik dat ik een liedje improviseerde.'
Dirk luisterde maar half naar wat Nort vertelde. Zijn aandacht was vooral gericht op Barbara. Hij kon zijn bik niet van haar afhouden. Zolang ze een geducht bendelid was geweest dat ze onschadelijk moesten maken, had hij ijverig aan de jacht deelgenomen. Maar nu ze weerloos voor hem stond en met een wanhopig gezicht naar de grond staarde, had hij met haar te doen.
Dirk gluurde naar zijn vader. Die was echter door zijn beroep tegen dergelijke tafereeltjes gehard. Mensen in moeilijkheden, dat is dagelijkse kost voor een politiecommissaris. En als er toch wat in hem omging, liet hij het niet merken. Bovendien zat het commissaris Talboom vreselijk dwars dat de bendeleider, Hugo Dilbert, ontsnapt was. Bij wijze van troost zei hij, op Barbara doelend:
'Met deze dame hebben we toch een van de hoofdverdachten te pakken.'
'Het spijt me je te moeten teleurstellen,' antwoordde Nort met een effen gezicht, 'maar Barbara is niet schuldig.'
Die verklaring had de uitwerking van een knaleffect. En niet alleen voor Dirk en zijn vader. De ogen van Barbara stonden groot van verbazing toen ze het hoofd met een ruk oprichtte. Maar ze bleef op haar hoede en keek wantrouwend naar Nort. Deze ging verder: 'Ik zou Barbara zelfs een bondgenote kunnen noemen... aangezien we een gemeenschappelijke tegenstander hebben: Hugo Dilbert.'
'Als je dezelfde vijand hebt, ben je daarom nog geen bondgenoten!'
Talboom en Dirk stonden erbij alsof ze twee wezens van een andere planeet in een onbegrijpelijke taal hoorden praten. Nort trachtte de zaak enigszins op te helderen:
'Barbara meent dat ik door mijn actie de boel in de war heb gestuurd.'
'Zo is het ook!' reageerde ze fel. 'U hebt alles hopeloos verknoeid!'
'Mijn ingrijpen kwam net op tijd voor u,' weerlegde Nort droogjes. 'Dilbert had lucht gekregen van uw bedoelingen.' Hij keerde zich naar Talboom. 'Daarom vond ik het geraden Barbara te laten aanhouden. Voor haar eigen veiligheid moet je haar nu voor laten leiden.'
Talboom knikte. Hij snapte er tenminste voldoende van om de nodige maatregelen te treffen en hij liet Barbara door agenten wegbrengen.

Op het politiebureau had Nort met Barbara onder vier ogen een onderhoud dat bijna een uur duurde. Daarna liet Nort haar een stel herenkleren bezorgen. Die moest ze aantrekken om onopgemerkt het politiebureau te verlaten. Voor de schijn zou ze aangehouden blijven.
Terwijl Barbara zich omkleedde, vroeg Talboom aan Nort bijzonderheden over het gesprek dat hij met haar had gevoerd.
'Eigenlijk ben ik niet veel meer te weten gekomen dan ik al wist,' bekende Nort. 'Ons doel is haar doel: Dilbert onschadelijk maken en zijn organisatie oprollen. Ze heeft daar een persoonlijke reden voor.'
'En die is?'
'Toen ik Barbara dezelfde vraag stelde heeft ze me geantwoord dat ze daarover voorlopig geen uitleg kan geven.'
'Vind je niet dat ze wel wat meer had mogen vertellen?'
'Ze wil alleen met ons samenwerken als we haar op dat punt volkomen vrij laten.'
'Mooie geschiedenis,' mopperde Talboom met een grijns. 'Durf jij haar op haar woord te vertrouwen?'
'Jij niet?'
Dirk, die zwijgend had toegeluisterd, kon niet nalaten de vraag te stellen die hem al de hele tijd bezighield:
'Wat deed ze bij de organisatie van Dilbert?'
'Het is een beproefd middel een organisatie te bespieden door er lid van te worden,' antwoordde Nort.
Het is een feit dat die methode regelmatig wordt toegepast in het wereldje van de geheime politie en de spionage. Toch had commissaris Talboom er niet veel vertrouwen in.
'Ik sta huiverig tegenover mensen die dubbel spel spelen,' zei hij.
'Ik vertrouw Barbara,' verklaarde Nort ronduit.
Talboom legde zich er met een berustend gebaar bij neer. Men had hem van hogerhand opgedragen zich naar de wens van Axel Nort te schikken. Maar hij liet duidelijk blijken dat hij het daar niet mee eens was.
Dirk was op de hand van Nort. Hij had zijn meester al eerder horen zeggen dat je iemand in principe moet vertrouwen, tot de feiten het tegendeel bewijzen. Dirk had vooral een onbeperkt geloof in het doorzicht en de bekwaamheid van Nort.
De commissaris wilde nog weten hoe hun nieuwbakken bondgenote heette.
'Barbara Kennet,' antwoordde Nort.
'Kennet is ook de familienaam van Elia,' merkte Dirk op.
'Kan uitkomen,' lachte Nort. 'Het zijn gezusters.'
'Kennet is dus haar meisjesnaam,' zei Talboom. 'Maar Barbara is getrouwd. Ze heeft een dochter: Neppie. Wie is de man van Barbara? Waarom draagt ze zijn naam niet?'
'Kijk, Herman,' antwoordde Nort, 'daar raak je precies het punt aan waarover Barbara voorlopig niet wil spreken...'
Hij hield op omdat Barbara het bureau binnen kwam. Ze had de herenkleren aangetrokken. Daarover droeg ze een los hangende regenjas. Ze zette bovendien nog een hoed op en een donkere bril op om de kans op herkennen zo klein mogelijk te maken. Nort stond erop dat ze zolang bij hem kwam logeren. Ze zou het huis alleen mogen verlaten als hij het goedvond.
Talboom vroeg of hij geen foto van Dilbert had. Nort moest de commissaris teleurstellen. Hij had de man nog niet persoonlijk ontmoet. Zelfs met een verborgen camera kun je geen personen fotograferen die je niet te zien krijgt. Barbara zei daarop dat ze wel een foto van Dilbert had in de handkoffer, die bij haar zuster Elia was gebleven. Omdat Talboom erop stond de foto zo vlug mogelijk te hebben, gaf Nort aan Dirk opdracht dadelijk de koffer te halen, ondanks het late uur.
Voor hij wegging zei Barbara nog:
'Waarschuw mijn zuster dat ze moet uitkijken. Dilbert is erachter gekomen dat hij de grammofoonplaat op het rondplein verloren heeft en dat een meisje de plaat heeft opgeraapt. Het zou me niet verwonderen als hij ontdekt dat het Neppie is...' Barbara dacht even na met een bezorgde trek op haar gezicht en ging verder: 'Je zou er best aan doen meteen de plaat mee te nemen.'
Dirk knikte en wachtte of Barbara er niets aan zou toevoegen, maar ze zei geen woord meer over die zonderlinge geschiedenis.
Nort gaf hem een wenk voort te maken: 'Ga nu maar vlug, Dirk. Ik verwacht je bij mij thuis met de koffer en de grammofoonplaat.'

Toen Dirk bij het huis van Elia kwam was ze blijkbaar al naar bed, want er brandde nergens licht. Het verraste Dirk dan ook zeer dat de deur op een kier stond. Hij duwde de deur voorzichtig verder open. Meteen dacht hij aan het stel buizen dat als winkelbel dienst deed en keek omhoog. Het was met plakband samengeplakt en weggebonden zodat het geen geluid kon maken! Dirk sloop door de winkel en zorgde er voor niets om te stoten in de duisternis.
Toen Dirk voorbij een grote kapstok met tweedehands kleren ging, was het of er ineens een zware gongslag door zijn hoofd dreunde. Lichtstrepen schoten als meteoren voor zijn ogen. Hij zakte in elkaar en sleurde in zijn val een metalen paraplubak mee, die met veel lawaai tegen een stoel rolde.
Toen Dirk weer bijkwam zat Elia geknield naast hem. Ze bette zijn gezicht met een natte doek.
'Elia...' mompelde Dirk verdwaasd.
'Wat is er met jou gebeurd?'
Daar kon Dirk geen antwoord op geven. Hij kreunde even en tastte naar zijn kruin. Er was een dikke buil ontstaan die met pijnlijke scheuten begon te gloeien.
Elia was door het lawaai van de vallende paraplubak wakker geschrokken en naar beneden gehold. Ze had Dirk bewusteloos in de winkel gevonden, midden tussen de brokken van een gipsen beeldje, dat iemand op zijn hoofd had stukgeslagen. Bovendien stond de winkeldeur wijd open.
Het raadsel was vlug opgelost. Dirk had een paar inbrekers verrast. Een van hen had de kamer achter de winkel doorzocht. De deuren en de laden van de kasten stonden open. Zijn helper had waarschijnlijk in de winkel op de uitkijk gestaan en zich schuil gehouden achter de kapstok toen Dirk voorbijkwam.
Elia keek haar geld na, dat in een sigarenkistje zat. Er was niets uit weggenomen. De inbreker had het blijkbaar niet eens opengemaakt.
'Wat mag hij dan wel gezocht hebben?' vroeg Elia zich af.
'De grammofoonplaat die Neppie gevonden heeft,' zei Dirk.
Elia schrok verrast op: 'Hoe weet jij dat?'
'Van Barbara. Ik moet je voor Dilbert waarschuwen. Ze vermoedde dat hij ontdekt had waar de plaat was...' Dirk drukte de vochtige, koele doek op zijn buil. '... En haar vermoeden komt uit ook. Dilbert heeft er zijn mannen op uitgestuurd...'
Nog voor Dirk helemaal uitgesproken was stond Elia bij de kast en zag tot haar grote opluchting dat de onderste lade nog vast zat. Wel kon je rond het slot sporen zien van een beitel die v��r de kast op de grond was blijven liggen. Door de komst van Dirk was de inbreker verrast bij zijn pogingen de lade open te breken. Elia maakte de lade open en haalde de grammofoonplaat te voorschijn.
'Solo voor Slagwerk,' las Dirk op het etiket.
Elia vertelde hem dat Neppie blij als een kermisvogel was thuis gekomen met de plaat, die ze direct op de platenspeler had gelegd. Elia vroeg waar ze die plaat vandaan had. Neppie antwoordde dat ze uit een auto was gevallen die op het rondplein met grote vaart de bocht nam. De rechterdeur was opengevlogen. Maar de chauffeur trok de deur weer dicht en reed verder zonder zijn snelheid te verminderen. Hij had niet eens gemerkt dat de plaat uit de auto was gegleden. Toen Barbara later op de dag naar Elia telefoneerde, hoorde ze de 'Solo voor Slagwerk', die Neppie voor de zoveelste keer liet afdraaien. Ze had de versterker zo hard gezet dat Barbara door de telefoon de solo herkende. Elia vertelde hoe Neppie aan de grammofoonplaat was gekomen. Barbara had er sterk op aangedrongen haar vondst goed weg te bergen. Ze zou de plaat persoonlijk komen halen zodra ze kon.
'Maar ze kan voorlopig niet weg,' ging Dirk daarop verder. 'Barbara heeft mij gevraagd haar handkoffer en de grammofoonplaat op te halen.'
Elia keek Dirk onderzoekend aan: 'Hebben jullie haar aangehouden?'
'Ja... en toch niet.'
Het dubbelzinnige antwoord van Dirk scheen Elia, vreemd genoeg, vooral teleur te stellen.
'Waar is Barbara dan?' vroeg ze.
'Bij Axel Nort.'
'Bij Nort!'
Dirk knikte: 'Het ziet er zelfs naar uit dat ze gaan samenwerken.'
Elia zuchtte opgelucht: 'Eindelijk! ... Ik heb haar van het begin af aan aangeraden het met Nort op een accoordje te gooien... Maar Barbara is zo eigenzinnig en trots. Ze wilde niet luisteren. Ik zag maar ��n middel om haar te verplichten kleur te bekennen: ervoor te zorgen dat ze werd aangehouden...'
Dirk begreep dat Elia zinspeelde op de wenken die ze Nort had gegeven bij het kaartleggen en op het adres van Dilbert, dat ze later stiekem in zijn zak had gestopt. Het leed geen twijfel dat de raadselachtige zaak, waarin Barbara verwikkeld was en die Nort bezighield, in een beslissend stadium was gekomen.
Dirk zei vlug: 'Het moet strikt geheim blijven dat Barbara bij Nort is.'
'Ik weet best wanneer ik moet zwijgen, Dirk,' stelde Elia hem gerust. 'Ik heb mijn mond moeten houden over dingen die nog veel be langrijker zijn...'
Ze hield ineens op, alsof ze zich bedacht. Misschien vond ze het geraden voorlopig niets meer te onthullen. Elia duwde de grammofoonplaat tussen het linnen in de koffer en liet Dirk uit.

Toen Dirk met zijn vrachtje in de Groendreef kwam, kregen Barbara en Nort het verhaal van de gebeurtenissen bij Elia heet van de naald. Barbara haalde direct de grammofoonplaat uit haar koffer te voorschijn.
'Dilbert schijnt wel veel belangstelling voor die plaat te hebben,' merkte Nort op.
'Enorm veel,' knikte Barbara, terwijl ze in haar koffer naar het oude paspoort van Dilbert zocht.
Nort keurde de grammofoonplaat: 'Dan moet het een sleutel zijn...' oordeelde hij peinzend.
Barbara keek verrast op: 'Hoe komt u daarbij?'
'Het is geen heksentoer dat te raden, maar wel om te ontdekken waarop die sleutel past.'
'Dat heb ik zelf nog niet kunnen achterhalen,' bekende Barbara. Ze voegde er dadelijk met leedvermaak aan toe: 'En Dilbert evenmin.'
Het viel op dat Barbara net deed zoals haar zuster Elia. De ophelderingen die ze gaven gingen niet verder dan een bepaald punt. Nort nam het paspoort dat Barbara hem aanreikte en keek het in.
'Het is een verlopen paspoort,' zei Barbara.
Nort las de naam die op het paspoort stond: 'Jozef Rau.'
'Dan is het een vals paspoort,' meende Dirk.
'Of Dilbert een valse naam...'
'... ofwel Rau,' zei Barbara.
Nort had het gezicht op de foto al eerder gezien en de naam 'Jozef Rau' kwam hem erg bekend voor. Hij ging naar zijn bureau en haalde een klapper uit de lade. Hij sloeg hem open op de R, liep een paar bladzijden door tot hij er met een voldaan glimlach mee ophield en voorlas:
'Jozef Rau, geboren te Bloemfontein in Zuid-Afrika. Verbleef de laatste tien jaar vaak te Monrovia...'
Nort hield op met lezen om nader toe te lichten:
'Monrovia is de hoofdplaats van Liberia, buurstaat van Sierra Leone. En als je Sierra Leone zegt, zeg je diamant. Of om precies te zijn: smokkeldiamant...'
Er begon zich een duidelijk patroon af te tekenen in de vele gebeurtenissen, die onderling schijnbaar weinig verband hielden. Het zonderlinge voorval met het straalkacheltje had hen op het spoor van de diamantsmokkel gebracht. Het vinden van de diamanten in het reservewiel leverde het bewijs en bevestigde meteen het 'vermoeden' van Dirk: de opdracht van Axel Nort was het ontmaskeren van de smokkelorganisatie.
'Alleen begrijp ik niet goed hoe het met die smokkel in elkaar zit,' bekende Dirk.
'Dan zal ik je dat even duidelijk maken,' antwoordde Nort. 'Oorspronkelijk was diamant een zeer zeldzame delfstof. Toen in het begin van de twintigste eeuw meer en meer diamantvelden ontdekt werden, begon men de diamantnijverheid streng te reglementeren. De eigenaars van de grote diamantmijnen vormden een trust. Ze wilden voorkomen dat een te grote aanvoer de prijs zou drukken. Met de steun van de wet bepaalden ze precies de hoeveelheid diamant die op de markt te Londen mocht worden aangeboden. Maar het vinden van nog meer diamant is moeilijk te controleren en de primitieve Afrikaanse staten stuurden die plannen lelijk in de war. Het illegaal gewonnen diamant werd langs de vele kanalen naar Europa gesmokkeld. De hoge prijzen die door de Diamant Corporatie gehandhaafd werden en de toenemende vraag, vooral naar industriediamant, maakten de onwettige diamanthandel zeer aantrekkelijk.'
Nort raadpleegde opnieuw zijn notities over Hugo Dilbert, alias Jozef Rau, en ging verder:
'Hugo Dilbert is een van de kopstukken van die smokkelorganisatie. De schoenwinkel die hij in de Feniksstraat hield diende als dekmantel voor zijn ware bedrijvigheid... Het is een gladde kerel. Ze hebben hem nog nooit kunnen snappen.' Nort keerde zich naar Barbara. 'Maar als wij samenwerken is er een kans dat wij hem te pakken krijgen.'
Dat scheen precies de mening van Barbara te zijn, want ze knikte vastberaden en het akkoord werd met een fikse handdruk gesloten.
Nort gaf het paspoort aan Dirk met het verzoek het aan zijn vader te geven.
'Jozef Rau was een van de schakels die ik miste,' verklaarde Nort. Hij nam de grammofoonplaat op. 'En als ik me niet vergis is dat er ook een.'
Hij liet de plaat op de grammofoon spelen en beluisterde aandachtig de solo voor slagwerk. Veel wijzer werd hij er voorlopig niet van. Maar hij vond het wel een knap stukje werk.




Terug naar de inhoudsopgave

Vorige (7e) / Volgende (9e) hoofdstuk